Kennis

Home/Kennis/Details

Hoe de elektriciteitsmeterkast te installeren

1, Selectie van meetdozen

1) De meetbox kan uit twee materialen bestaan: "niet-metaal" en "metaal".

2) Gedecentraliseerde gebruikers moeten voor hun elektriciteitsverbruik onafhankelijke enkele meterkasten kiezen.

3) Als er ter plaatse aardingsomstandigheden zijn, moet een metalen doseerkast worden gekozen. Als er ter plaatse geen aardingsomstandigheden zijn, moet een metalen doseerkast worden gekozen.

Er moeten meetboxen van niet-metalen materialen worden gebruikt, en roestvrijstalen meetboxen kunnen worden gebruikt in kustgebieden (vochtig, zoutnevel en andere corrosieve en roestige omgevingen).

2, Selectie van de doorsnede van de toegangslijn

1) BVV-2 wordt geselecteerd als de bovengrondse en direct ingegraven geleider voor de inkomende lijn × 6 met koperen kern omhulde draad;

2) Bij het leggen van draden in leidingen en kabelgoten moet BVV-2 worden gebruikt met een × 10 koperen kern omhulde draad.

3, Outlet-methode voor het meten van de doos

Dit typische ontwerp is gebaseerd op de "Low Voltage Code of the State Grid of China" en omvat vier extra modules, namelijk de installatie van bijbehorende meetkasten en hun ondersteunende inlaat- en uitlaatleidingen:

1) Eenfasige meetkast met koperen kernmanteluitlaat (met beschermbuis of gleufbescherming aan de uitlaat).

2) Eenfasige meetkast, uitlaat met koperen kern (uitlaat van kabelgoot met verticale schacht in woningen)

3) Driefasige meetkast, bovengrondse geïsoleerde draaduitvoer (met beschermbuis of gleufbescherming voor de leiding).

4) Driefasige meetkast, kabeluitgang (de uitgang is beschermd door een boven- of ondergrondse behuizing).

4, Installatievereisten voor meetdozen

1) De afstand tussen de buitenmeetbox en de grond is 1,8-2 m (verwijzend naar de afstand tussen de onderkant van de box en de grond).

2) De metalen meetbox moet betrouwbaar geaard zijn.

3) De hartlijn van het hoogste observatievenster van de meetkast in de verticale schacht van de gemeenschap mag niet hoger zijn dan 1,8 meter vanaf de grond waar deze is geïnstalleerd. Bij het installeren van muren mag de afstand tussen de onderkant van de doos en de grond op de installatieplaats niet minder zijn dan 0.8m. Indien geïnstalleerd in ondergrondse gebouwen (zoals garages, civiele luchtverdedigingsprojecten, enz.), mag deze niet minder zijn dan 1,0 m

5, Klassiek ontwerpschema:

(1) Eenfasige meetkast, uitgaande lijn met koperen kern omhulde draad (uitgaande lijnsectie wordt beschermd door beschermbuis of draadgleuf)

(2) Eenfasige meetkast, draaduitlaat met koperen kern (kabelgootuitlaat met verticale as in de gemeenschap)

(3) Driefasige meetkast, geïsoleerde draaduitlaat boven het hoofd (het uitlaatgedeelte wordt beschermd door beschermende buizen of draadkanalen)

(4) Driefasige meetkast, kabeluitgang (het uitlaatgedeelte wordt beschermd door een boven- of ondergrondse behuizing)

(5) Aardingsapparaat

1. Eenfasige meetkast, met koperen kern omhulde draaduitlaat (het uitlaatgedeelte is beschermd door beschermende buizen of draadsleuven)

1) Diagram van de metalen doseerkast met meerdere posities (PVC-behuizingsbescherming voor uitgaande lijnen)